afb.
Op 27 oktober 2014 vond in de voormalige synagoge, nu De Toonzaal, de boekpresentatie plaats van 'In vrede en vriendschap'. Het is het persoonlijk verhaal van Max Cahen van wat hij zelf 'een wandeling langs de woningen van de joden uit zijn jeugd (1920 - 1940)' noemt. Zijn persoonlijke herinneringen zijn soms anekdotisch genoteerd en rijkelijk voorzien van beschrijvingen van joodse gebruiken en tradities. Ze geven een goed beeld van het (joodse) leven in 's-Hertogenbosch tijdens het interbellum. Max Cahen werd in 1905 in 's-Hertogenbosch geboren, in een gezin dat tot de kille (= joodse gemeenschap) van die stad behoorde. Een samenleving op zich die - alle verschillen ten spijt - vervlochten was met haar niet-joodse omgeving. Alle rangen en standen van de toenmalige maatschappij waren er in vertegenwoordigd. Max Cahen werd in 1943 gedeporteerd, overleefde verschillende concentratiekampen in Polen, en keerde in juni 1945 weer terug naar Nederland. Zijn zwangere vrouw, Henriëtte Elion, had in 1943 kunnen onderduiken in de buurt van Breda. Zij en hun dochter Truus waren eind oktober 1944 al bevrijd. Beroofd en berooid pakte het echtpaar Cahen de draad van hun leven weer op. Op verzoek van Loe de Jong stelde Max Cahen de geschiedenis van het Philips-Kommando in Kamp Vught op schrift. Een 'niet-mogen-vergeten' lag ten grondslag aan zijn idee om grafstenen op joodse begraafplaatsen in Noord-Brabant te inventariseren. In 2010 verscheen het aangrijpende 'Ik heb dit alles opgeschreven… Vught-Auschwitz-Vught. Memoires van Max Cahen 1939-1945'. Maar hij liet nog een manuscript na: 'Joden van 's-Hertogenbosch in mijn jeugd, 1920 - 1940'. Dit document bevat de herinneringen van Max Cahen aan zijn geloofs- en stadgenoten in het Den Bosch van vóór de Tweede Wereldoorlog. Dochter Truus Wertheim-Cahen voerde de hoofdredactie over het onderhavige boek 'In vrede en vriendschap'. Zij schreef een persoonlijke en indringende inleiding bij het manuscript van haar vader. Daarnaast zijn in deze uitgave bijdragen opgenomen van Aart Vos (over antisemitisme en joodse vluchtelingen) en van Arnoud-Jan Bijsterveld (herinneringscultuur van de Holocaust). Een lijst met verklarende joodse begrippen en een familienamenregister completeren de publicatie. | 54 |
Hommage aan Bosch interbellumSholoum vereinchous, Hebreeuws voor 'In vrede en vriendschap', was de naam van de joodse gezelligheidsvereniging in het Den Bosch van vóór de Tweede Wereldoorlog. Max Cahen noemde deze vereniging in een van zijn herinneringen die hij op schrift stelde. Zijn portretten van joodse en niet-joodse stadgenoten weerspiegelen een eigenzinnige manier van observeren. Ze brengen een selectieve en subjectieve hommage aan zijn toenmalige geloofs- en stadgenoten. Max Cahen laat zien hoe vanzelfsprekend die tijdens zijn jeugd in het straatbeeld van Den Bosch hoorden. En ook hoe die op allerlei manieren, klein en groot, bijdroegen aan de economische en culturele bloei van de stad. Hij behoorde tot een minderheid die, zoals hij zelf schrijft, niet echt geliefd was. Of hij heeft geleden onder het gebruikelijke, meer of minder goedmoedige antisemitisme, dat ook in Den Bosch voorkwam, valt uit zijn verhalen nergens op te maken. Wel dat het joods-zijn en Bosschenaar-zijn voor hem onlosmakelijk met elkaar verweven waren. Die verwevenheid bepaalde de manier waarop Cahen zijn omgeving waarnam. Deel uitmakend van de gegoede middenklasse van de stad, observeerde hij zijn geloofs- en stadgenoten vanuit die specifieke sociale positie. De omlijsting van het manuscript met talrijke, historische foto's van de joden in het vooroorlogse Den Bosch, brengen Cahens verhalen verder tot leven. Het gekozen beeldmateriaal is illustratief voor Den Bosch tijdens het interbellum. De foto's vormen het decor van de toenmalige katholieke standenmaatschappij, waartegen de verhalen van Max Cahen zich afspelen. De uitgebreide bijdragen van Aart Vos en Arnoud-Jan Bijsterveld plaatsen 'de rondwandeling' in een sociaal-historische context. | 55 |
Max Cahen, geboren 1905, is de kleinzoon van Jonas Cahen, die in 1862 de grondslag legde van Papiermachinefabriek Regiflex.
Jonas had twee zonen, Isidoor en Ferdinand, de vader van Max. Max kwam in 1933 bij zijn vader -die in 1938 overleed- in de zaak. Als technisch ingenieur toonde Cahen behalve voor het joodse zakenleven ook belangstelling voor de sociale geschiedenis van de joodse Gemeente. Van de joodse kerkhoven in Zuid-Nederland legde hij de grafzerken fotografisch vast. De joodse Gemeente was voor de oorlog erg invloedrijk. Als gemeenschap dateert zij van de tweede helft van de 18e eeuw. Al ver vóór die tijd, in 1685, is geldwisselaar Hartogensius toegelaten tot eerste joodse poorter van de stad. In Brabant en de textielstreek van Twente hebben joden de industrie van de grond getild. Vooral de handel van nieuwe en tweedehands kleding werd beheerst door joden. Van oudsher al, omdat de traditionele gilden geen joden toelieten. Bepaalde ambachten, zoals de geldwissel, brillenhandel en oude kleren verkoop kenden geen gildenpatroon. Hun invloed is helemaal verdwenen. Verpakte stenenDe grootste fabriek was Van den Bergh's stoomschoenfabriek, opgericht in 1842. De eerste schoenen zijn in een pandje aan de Korte Putstraat met de hand gemaakt. In 1885, na nieuwbouw aan de Mathildastraat, vond de verhuizing naar het Tolbrugkwartier plaats. Mathilda was de dochter van mevrouw Van den Bergh-Israëls die woonde op het Stationsplein. Architect Jules Dony, die in de andere helft van het statige hoekpand woonde, ontwierp de riante lanen in 't Zand. De rode steentjes voor de villa's en herenhuizen werden verpakt in vloeipapier aangevoerd, zo gaat het verhaal. Dony is ook de ontwerper van de Drakenfontein, genoemd naar en cadeau gedaan door commissaris van de koningin mr. P. Bosch van Drakenstein. In 't Zand woonden de meer erudiete joden, de notabelen en rijke zakenlui, onder wie Lewin, Eli en Ben de Winter, Louis en Isaac Lion en Maurits Azijnman. In de Uilenburg, Kruisstraat, Verwersstraat en Achter het Stadhuis zaten middenstanders zoals slagers, textielhandelaren en schoenwinkeliers. Het vak van slager is zo verbreid onder joden wegens de joodse ritus bij het slachten. Bekende middenstanders waren: Diependaal, Knoek, Arons, Herzberger, Van der Sluis, Van de Heijden en Hirsch.Beroemd voetbaltrioVermaard werd het voetballerstrio Salomon, Benjamin en Louis Voltijn uit De Pijp. Het hoogtepunt van deze BVV-ers lag in de jaren twintig.Behalve in het zakenleven drongen joden ook door in maatschappelijke takken van de plaatselijke samenleving. Nog weinig bekend is dat mr. Pingas Schlesinger regent is geweest van het merendeels katholiek getinte bestuur van de Godshuizen. Bij het fotograferen van de joodse zerken in Brabant kwam ik deze tekst tegen op het graf dat dateert van 1883:
Hier rust Pingas Schlesinger
De verklaring ligt in het volgende conflict. Kort na 1860 bij de instelling van Coudewater, ontstond er onenigheid over subsidiëring van de psychiatrische zorg. Na een aanklacht over onhoudbare toestanden in Reinier van Arkel stapten de zittende regenten van het College van de Godshuizen kwaad op. Door de complicatie stelde de Gemeenteraad juridisch onderlegde commissieleden aan: mr. Kuiper, mr. Van Beusekom enzoon van Asher voornaam advocaat ter stede oud lid van de gemeenteraad lid van het College van Regenten van de Godshuizen | 43 |
de bewuste mr. Pingas Schlesinger. Hun tijdelijke aanstelling ging automatisch over in een permanent regentschap. Vader Ferdinand Cahen was evenals Isidoor Simons lid van de Sociëteit Casino. Als kinderen deden wij fanatiek mee aan Oeteldonkse matinees en intochten. Mijn neef Johnny was lid van de Raad van Elf. Vader was mede-oprichter van ,Kunst en Uitspanning', de Liedertafel die aanvankelijk het voormalige Concertgebouw aan de Jan Heinsstraat beheerde. Het in 1969 door een gasontploffing ingestorte gebouw was een afspiegeling van het Weense Kunsthaus, met een allure die het Concertgebouw in Amsterdam nog vertegenwoordigt. Hoewel hij de gruwelen van de concentratiekampen heeft gezien behoort Max Cahen samen met de familie Spiero tot de weinige leden van de Bossche Joodse Gemeente die de Oorlog '40-'45 hebben overleefd. Na de oorlog moest hij de fabriek aan de Grobbendonckstraat opnieuw opbouwen. Tijdens de bevrijdingsdagen van oktober 1944 had ook de omgeving van het Emmaplein een gevoelige klap geleden. In de Papierstraat in West vond ingenieur Max Cahen een nieuwe vestiging waar de Regiflex, de meerkleurendruk rotatiemachine, uit zijn vernuft is voortgekomen. Zijn gezondheid stond hem niet toe met alle energie die hem zo eigen was, zijn 55-jarige verbintenis aan de zaak te vieren. | 44 |
1979 |
Max CahenJoden van 's Hertogenbosch in mijn jeugd, 1920-1940, in anecdotische beschrijving : Een wandeling langs hun woningen's-Hertogenbosch 1979 |
|
2014 |
Max Cahen, Truus Wertheim-Cahen, Aart Vos en Arnoud-Jan BijsterveldIn vrede en vriendschap : Sholoum vereinchous, een kleine kroniek van de vooroorlogse joodse gemeenschap in 's-HertogenboschAldus Uitgevers | 's-Hertogenbosch 2014 | ISBN 90-7054-532-1 |
Truus Wertheim-Cahen e.a., In vrede en vriendschap (2014) passim